Het was een warme zomerse dag en de visite was naar huis. De rust was weer terug in huis. Ik was jarig en had mijn verjaardag gevierd. De kinderen (3), toen nog klein, had ik op de bank genesteld met een tekenfilm voor de televisie en mijn vrouw (inmiddels ex-vrouw) zat ook uitgeblust op de bank. Zoals altijd met verjaardagen was het een rommeltje in huis en ik was bezig de boel aan het opruimen. Van binnen naar buiten en weer terug, het was mooi weer geweest, dus niet alleen rommel in de keuken, maar ook buiten. Omdat het zondag was, was het ook druk geweest met visite. Mijn vrouw zat de hele dag gezellig te kletsen met haar zusters, en ik probeerde de gasten te voorzien met hapjes en drankjes, daarnaast liepen er ook heel wat neefjes en nichtjes in de rondte die natuurlijk ook van alles willen hebben. Kortom, een verjaardag zoals die bij velen wordt gevierd.
Nadat ik de meeste rommel had opgeruimd, pakte ik de zachte bezem voor binnen om het grove voorwerk te doen alvorens te stofzuigen en dweilen. Had wel een paar drukke weken achter de rug en voelde mijzelf goed moe. Maargoed, ben groot gebracht met, niet zeuren, gewoon doorgaan! Toen ik aan het vegen was, voelde ik mijzelf steeds slechter worden. Mijn vrouw liep naar de keuken en keek mij aan. Ze zei; “Gaat het wel? Je ziet er moe uit”. En ik, zo stoer als ik wil zijn; “Ja hoor, gewoon wat moe, dat is alles”. Ze keek mij aan met een zorgelijke blik, een blik die ik niet graag zag. Ik ging door met vegen en opruimen. Het duurde niet veel langer voordat ik zei tegen mijn vrouw, “Ik ga even plat op de bank, ben zo vreselijk moe, en het is hier ook zo vreselijk warm. Laat de boel de boel maar, ik ga straks verder.” Maar daar dacht mijn vrouw anders over, ze keek me aan en zei; “Man, je ziet helemaal grijs, je ogen staan niet goed. Ik ga de huisarts bellen!” Ik kon mopperen wat ik wou, maar ze liep al met de telefoon en ik kon haar niet meer stoppen. Wij hadden een erg goede band met de huisarts. Vier jaar voor dit alles hadden wij een zoontje verloren. Wij konden erg goed met haar praten, omdat zij hetzelfde had meegemaakt. Al vrij snel kwam ze binnen gewandeld, lekker chaotisch en druk zoals altijd. Ze zag wel aan mij dat het blijkbaar serieus was. Ze trok de salontafel naar de bank, ging er bovenop zitten en zette haar dokterstas ernaast. Die werd open getrokken en ze haalde de stethoscoop tevoorschijn. Ik gaf nog aan; “Dat is nergens voor nodig, ben alleen maar moe.” Daar dacht zij anders over, met ferme en duidelijke taal was het: “Overhemd open!” En zo geschiedde. Nadat ze haar rondje over borst en rug had gedaan kwam met ferme en duidelijk taal de volgende opdracht; “Liggen, en blijven liggen! Ik moet nu bellen…!”
Ze belde met 112, had het over een ziekenwagen en met nog wat Latijnse woorden, hing ze weer op. De angst begon nu echt goed terrein te winnen bij mij. Ik zag aan haar wel dat het mis was, en erger nog, ik voelde ook wel aan elke sensor in mijn lijf dat het foute boel was. Ze pakte heel lief mijn hand en als een wonder was ze opeens heel rustig, en met een enorme warme rustige stem vertelde ze mij; “Je hart is het aan het begeven, ik heb een ziekenwagen gebeld. Je gaat met spoed naar het ziekenhuis. Het lijkt erop dat we er op tijd bij zijn.” Nooit, nog nooit voelde ik moeder aarde zo wegglijden onder mijn bestaan. Nooit, nog nooit heb zulke onzekerheid gevoeld. Tranen van diepe angst kwamen tevoorschijn, mijn vrouw probeerde heel lief bemoedigende woorden te spreken, maar ik las ook in haar ogen heel veel angst. Van alles schoot er door mijn hoofd heen; maar de kinderen dan? Maar; hoe moet het dan verder hier, houdt het hier dan op? Tijdens al die verschillende gedachten die door mijn hoofd heen schoten, arriveerde de ziekenwagen met de bekende toeters en bellen. En zo raar, zo vreemd, ik probeerde mijn tranen te drogen, en weer mijzelf te zijn. Die grote sterke vent, zeker voor de kinderen. Achteraf een masker, een groot dik masker!
De broeders kwamen binnen met brancard en nog meer dingen waarvan ik niet weet wat het allemaal is. Ik weet nog dat ik heel stoer zei; “Laat maar, ik loop wel even naar de auto. En zet die kermislampen maar uit.” Ik probeerde zelfs een lach op mijn eigen gezicht te toveren. Het was duidelijk, liggen en blijven liggen! Overhemd uit, en de broeders gingen van alles met me doen. Spuiten in mijn lijf, stickers op mijn borst en apparaten werden om mij heen gezet. Erg angstig en onrustig werd ik hier van. Dat duurde niet lang, er kwam een ander spuitje richting mijn arm, en even later was ik een stuk rustiger. De chaos en paniek was toegeslagen in huis. Mijn vrouw had inmiddels de buurvrouw gevraagd op de kinderen te letten. De halve straat was naar buiten gekomen, en ik weet nog dat ik op de brancard lag en naar de buren keek, maar met een soort schaamtegevoel, het gevoel van; sorry, er is niets aan de hand hoor. Hoe vreemd kan een mens denken? Maar diep van binnen had ik een heel ander gevoel… heel anders. We waren nog meer net verhuisd van het westen naar het hoge noorden. Simpel om de klassieke droom van huisje, boompje, beestje na te jagen. Ik, en alleen ik had mijn gezin meegenomen in een nieuw avontuur. En hoe zou dat avontuur nu gaan, dit kan niet, dit gebeurt niet. Niet ik, niet die grote sterke ik, onmogelijk! Het KAN niet! Hoe anders kan een avontuur gaan?
Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen ging het vreselijk snel, heb zelden zoveel mensen in witte jassen gezien, en allemaal zo vreselijk lief…. zo lief! Nadat ik verhuisd was van brancard naar een bed, werd ik naar een kamer gebracht en daar werden er nog veel meer apparaten op mij aangesloten. De dienstdoende arts vertelde mij geen zorgen te maken; we zijn er op tijd bij, probeert u vooral rustig te blijven. Zelf kon ik geen woord meer uitbrengen, daar lag ik dan, 39 jaar vandaag en nu hier in het ziekenhuis. Mijn vrouw kwam bij me, we konden niet veel praten, we wisten niet goed wat te zeggen tegen elkaar. Veel verder dan mooie en lieve woorden kwamen we niet. Ze moest weer naar huis, naar de kinderen, ik wilde dat niet, ik was bang en wilde haar hand vasthouden. Ik wil niet alleen zijn, ik wilde haar bij me houden… We namen innig afscheid van elkaar, en die grote sterke ik verloor even alles, tranen van diepe angst, met de vraag; wat nu?
De reden dat ik niet direct geopereerd kon worden, was omdat er geen chirurg beschikbaar was. Er werd druk gezocht naar een plek in Nederland om een chirurg te vinden, maar het was hoog zomer en volop vakantie. Een verpleegster hoorde of zag mij met mijn emoties worstelen, en liep rustig naar binnen. Ook zij pakte mijn hand, en sprak lieve woorden die wel degelijk troost brachten. Zij begreep de angsten, en ik weet niet of ze er een studie voor heeft gevolgd, maar het werkte! En om mij wat meer rust en kalmte te geven, pakte zij de rode knop welke naast mijn bed hing. Ze legde deze op mijn buik, en vertelde mij, dat als het niet goed zou gaan, ik op deze knop mocht drukken. Die rode knop was niet zo een klein knopje, nee het was echt zo een grote stevige knop, het lukt je niet om die te missen als het misgaat. Ze ging weer weg, ik keek om me heen, en zag nu pas echt waar ik lag en wat er allemaal om mij heen stond. Machines en apparaten, camera’s en wat al niet meer. Inmiddels was het later in de avond geworden en zo goed en zo kwaad als het ging, probeerde ik mijzelf tot rust te brengen en even proberen wat te slapen, want ik was moe, zo vreselijk diep moe. Al die apparaten zouden mij wel bewaken, samen met ongelofelijk lieve mensen om mij heen. Daar probeerde ik troost, rust en vertrouwen in te winnen. En, in die rode knop…
Die knop die daar op mijn buik lag. Kon de slaap niet te pakken krijgen, want wat nou als ik te laat zou zijn voor die rode knop? Hoewel ik eigenlijk niet durfde te bewegen uit pure angst, moet ik toch wat weggedommeld zijn. Tot op het moment dat ik wakker werd met een zeer onrustig hart. Dacht nog even dat ik het me verbeeldde, immers ik hing aan zoveel apparaten vast, er zou vast wel iemand gekomen zijn dan. Maar, mijn hart werd onrustiger en onrustiger. Hij ging nu zo raar tekeer dat het wel een auto leek die niet wilde starten in de winterkou. Dat was het moment dat ik op de rode knop drukte, dat was het moment dat mijn paniek keihard toesloeg, en mijn hart ook echt stopte. Dat was ook het moment dat ik zoveel veel mensen zag binnen komen rennen. Ik deed mijn mond open om lucht te happen, maar hoe ik ook mijn best deed, er gebeurde niets, helemaal niets. Ik voelde de paniek, de angst en de spanning door mijn hele lijf heen. Ik zag van alles gebeuren in mijn hoofd, alles kwam voorbij, mijn speelgoedautootjes, mijn ouders, mijn broers, de zandbak, school, en mijn vrouw en mijn kinderen, totdat… totdat het stil en donker werd… en stil en donker was het.
Ik voelde een intense zeer diepe rust en vrede over me heenkomen. Ik was zo één met wat het was. Ver heel ver weg zag ik een heel klein wit puntje, niet groter dan een ster aan de hemel. Het witte puntje werd groter en groter. Ik werd er als het ware in of naar toegezogen. Ik wilde daarheen, ik “moest” daarheen. Naarmate ik dat witte licht naderde zag ik iets aankomen, het leek te zweven in de ongenaakbare vormloze ruimte waar ik was. Naarmate het dichterbij kwam, zag ik het: engelen, de engelen zijn er! Zonder mij vast te pakken pakten ze mij vast en brachten mij naar het licht. Het gevoel dat ik toen ervoer was van een grootste liefde en ongekend warm vertrouwen. Naarmate ik dichterbij het licht kwam, zag ik allemaal mensen staan en lopen, ze stonden en liepen in het licht, maar eigenlijk in het niets. Ik zag geen grond of bodem. Ook ik werd daar “neergezet” en begon wat te lopen, dieper het licht in. Het was helder wit dat licht, maar het deed geen pijn aan je ogen zoals we dat hier op aarde ervaren. Het was goed! En opeens zag ik hem daar staan, mijn zoon! Weet nog steeds niet hoe en of ik hem herkende, maar het was mijn zoon! Aan alles voelde ik dat, er kwam een ongekende liefdeskracht dat mij liet voelen dat het zo was. Hij pakte mijn hand en we gingen samen lopen. Het licht veranderde van wit licht naar een prachtig groen grasveld, zover ik kon zien. Een heel zacht briesje deed het gras wat dansen. En het was groen, zo groen kunnen we ons hier op aarde niet voorstellen. De lucht was het meest heldere blauw wat ik ooit gezien had. Mijn zoon begon te praten en zei: “Papa, je bent nog niet klaar, je moet terug.” Maar ik wilde hier blijven, hier was alles compleet, mooi en vooral, zo enorm veel liefde!! Totale liefde… En hij zei; “Je hebt een taak papa, en die moet je afmaken. Je moet er nog zijn voor mijn zusjes en broertje. Er zijn een heleboel mensen die wachten op jou, mensen die je omarmen met hun liefde, je bent nog niet klaar papa.” Hij vertelde dat ik mij geen zorgen hoefde te maken over hem. Hij was omringd met liefde en hij vertelde dat hij op mij zou wachten, want we zullen elkaar zeker weer zien.
Terwijl we liepen was het landschap veranderd in een prachtige tuin vol met verschillende bloemen, maar vooral rode rozen. En de geur die ik rook was zo enorm, die heb ik sindsdien nooit meer geroken. In de verte zag ik het licht weer, en ik probeerde, weet ik nog, langzamer te gaan lopen. Maar dat maakte niets uit. Mijn vormloze ik ging gewoon richting dat licht. Langzaam zag ik de mensen dichterbij komen, ze wachtten, maar niet in ongeduld, maar in pure zuivere liefde. Het licht was nu weer helemaal om mij heen, en ik probeerde uit alle macht te blijven staan. Ik voelde hier zo enorm veel liefde, ik wilde blijven, maar de engelen stonden al klaar en pakten mijn vormloze ik en we zakten af naar het donker, ik probeerde nog achterom te kijken, maar zag niets, het lukte niet. Ik voelde pijnen, pijnen die er net niet waren, ik hoorde stemmen in de verte; Ze riepen mijn naam.
Ik was weer in mijn lichaam, ik herkende dit. Ik voelde pijn, heel veel pijnen door mijn hele lichaam. Ik snapte niet wat ik hier deed en waarom ik hier in zat. Steeds harder hoorde ik mijn naam roepen. Ik wilde mijn ogen niet openen, maar een kracht zorgde ervoor dat het toch gebeurde. Ik voelde een hand op mijn wang, een vlakke hand. Ik voelde dat er iemand aan mijn schouder zat. Langzaam opende ik mijn ogen, en zag het gezicht van mijn vrouw. Ze zei nog een keer heel zachtjes, “Lieverd… ik ben het…” Aan de andere kant zag ik een verpleegster staan, met haar hand op mijn schouder. Ik snapte het niet zo goed, keek in de rondte, lag in een donkere kamer, alles zwart met donkere gordijnen, en had pijn, veel pijn. Er hing een klok aan de muur, zo één waar ook de datum en dagen op staan, iets klopte niet. Het was donderdag…… Keek weer naar mijn vrouw, en ze zei; “Hey lieverd, je bent er weer…” en ze wreef langzaam over mijn wang. Ik keek haar aan, ik moest haar vertellen waar ik ben geweest. Maar ik mocht niet spreken, moest rustig blijven liggen. Mijn vrouw zei; “Stil maar, praten komt wel.”
Maar lieve mensen, daar heb ik onbewust misschien wel de allergrootste fout ooit gemaakt, want van praten kwam niets meer. 15 jaar heb ik dit voor me gehouden en het moet er nu echt uit! Want de boodschap van het gevoel, van de liefde, echte absolute liefde heb ik u nog niet verteld, nog niemand. Ik lag te rillen in mijn bed, de verpleegster zag dat en kwam met extra dekens, maar als je terugkeert van het liefdeslicht op aarde, kom je terecht in een ijskoude kille wereld. Zo koud heb ik het nog nooit gehad! Mijn vouw ging of moest weg en ik bleef alleen achter met de verpleegster. Ze vroeg mij, hoe ik mij voelde, maar er kwam niets uit me, behalve tranen, heel veel tranen. Ze zag dat ik erg onrustig was, ze liep even weg en kwam wat later terug met een spuitje, en ik werd rustig.
En ik werd rustig. Heel rustig. Ben me er niet bewust van hoe lang ik heb geslapen, maar ik werd wakker omdat er iemand aan mijn wang zat te wrijven. Het was mijn vrouw, en ze riep mijn naam weer… Ik keek haar aan en wilde praten, maar ik werd stil gehouden door een mevrouw aan mijn andere zijde. Ze sprak heel rustig en kalm; “Meneer, ik ben uw chirurg en ik wil even met u en uw vrouw spreken.” En wellicht door haar kalme stem, begreep ik dat het nog niet mijn tijd was om te praten. Ze stelde de vraag, of ik wist wat er was gebeurd. Even werd het stil, ook in mijn hoofd… tsja, was is er eigenlijk gebeurd? Ik moet wat gestameld hebben, begon iets te vertellen over zondag en verjaardag. Ze greep rustig in, en begon te vertellen wat er was gebeurd. In ziekenhuis A was mijn hart gestopt en ik was spoed naar ziekenhuis B gebracht, waar ze mij direct hebben geopereerd. Een open-hartoperatie, dus borstkast open en zo. Ze begon best wel technisch te vertellen wat ze gedaan hadden tijdens de operatie. Mijn hele hart uit mijn lichaam gehaald, mijn hele hart! Op iets neergelegd en aders omgelegd. Nu snap ik het allemaal, maar op dat moment stortte mijn hele wereld in. Eigenlijk vertelde ze me hoe kwetsbaar een mens is, hoe kwetsbaar Ik was. En dat kan niet, echt niet… maar het is wel gebeurd.
Mijn vrouw en ik hielden elkaars handen vast, we keken elkaar regelmatig aan. Diep in de ogen, met een gevoel welke ik tot op de dag van vandaag niet kan omschrijven, heel bijzonder... Ik wilde deze dame bedanken omdat ze mijn leven had gered, maar ik verlangde ook terug naar het licht, pijnvrij, absolute liefde, warmte en diep, diep vertrouwen in… tsja in wat? De chirurg gaf aan dat het wel goed was, het is mijn werk, vertelde ze. Zorgt u er nou maar voor dat u weer opknapt. Ik probeerde nog iets te vertellen over mijn verhaal, maar ze zei; “Ik kom nog wel langs, we spreken elkaar nog wel. U moet nu eerst rusten.”
Ik kies er nu even voor om een “afslag” te maken in het verhaal. Het verhaal gaat nog verder, hartaanval 2 en 3 zouden zich ook nog aandienen. Eigenlijk wil ik u meenemen naar wat het nou werkelijk doet met een mens. Wat is dat dan, en wat gebeurt er dan met de ziel, je geest, je werkelijke ik? En hoe “lastig” het is je staande te houden in een wereld, die in het diepste stukje van je ziel niet meer de jouwe is. Het zien van pijnen, verdriet, heel veel angsten bij anderen, angsten om te leven, om wie ze werkelijk zijn, maar die angsten zijn onterecht! Waarom zou u leven vanuit angst? Waarom zou u het leven wantrouwen? Immers, elke morgen wordt u weer wakker, maar wie of wat neemt u leven over als u slaapt? Waar legt u uw vertrouwen in, als u ’s avonds uw ogen sluit? Want u “moet” van mij aannemen, elk, maar ook echt elk mens wordt naakt, puur en zuiver geboren. Uit de liefdevolle schoot van je moeder kom je op deze schitterende planeet om te leren, te groeien en lief te hebben. En dat, lieve mensen, is iets heel anders dan wat we aan het doen zijn.
Het allerlaatste wat belangrijk is, is het egoïstische “ikje”. Natuurlijk, u bent hier gekomen op deze planeet, en u kiest voor alles wat u wilt, als u het geluk heeft geboren te worden in wat wij noemen de “beschaafde wereld”. Als het echt alleen om uw “ikje” zou gaan, als “ikje” echt het belangrijkste is, is er alleen maar strijd en hebzucht. Maar dat, lieve mensen, is niet wat het moet zijn. De enorme liefde die als een bindende factor door alles loopt, is niet alleen veel groter, maar vooral eindeloos krachtiger en sterker dan uw en mijn “ikje”. Die eindeloos krachtige ongrijpbare liefde is de boodschap die diep geworteld ligt in alles, werkelijk alles. Ik schreef zojuist; “En hoe “lastig” het is je staande te houden in een wereld, die in het diepste stukje van je ziel niet meer de jouwe is”. Voor sommige mensen kan dat als “negatief” overkomen. Maar is dat werkelijk zo? Vanzelfsprekend is dit ook mijn wereld, en een hele mooie zelfs! Het stukje “niet de jouwe” slaat op de andere –ware- “wereld” die ik heb mogen zien, ruiken en ervaren. Wanneer dat is gebeurd, zie je hier mensen lopen, levend vanuit hebzucht, liefdeloos, eindeloos en soms zelfs doelloos. Dat klinkt heel negatief, en ik herken dat. Ik maak(te) daar deel vanuit. En zo op het eerste gezicht lijkt het niet te kloppen… In het volgende stukje ga ik echt proberen om “to the point” te komen, ik merk dat ik nu aan het uitstellen ben, simpel omdat ik mijn hart moet openen…. Ik mag mijn verhaal vertellen...
Proberen to “the point” te komen... Dit is misschien wel het moeilijkste stuk wat ik ga proberen te omschrijven. Probleem is dat er geen juiste woorden zijn om het te omschrijven. Woorden zijn er alleen maar om ergens naar te wijzen, de woorden zelf zijn leeg en liefdeloos, ze zijn een middel om te wijzen waar het werkelijk om gaat, en dat is de diepe ervaring van de absolute totaal omvattende kracht, aanwezigheid van de liefde. Hoe ga je zoiets omschrijven met woorden achter je laptop? En daarom wil ik mijn hart volgen, sta mij toe alstublieft… Had al geschreven dat de liefde hier op deze planeet verbleekt bij de ervaring die je krijgt of overkomt als je sterft of zoals in mijn geval, "even" sterft. De ervaring, zo noem ik het hier, voor mij is het “het weten”, begint bij niets. Want dat is wat er gebeurt, je “verdwijnt" in het niets, donker en zwart. Echter klopt dat achteraf niet, immers, ik was mijzelf er bewust van dat er niets was, en dat het donker was. Het zwarte, donkere gaf een “vertrouwd” gevoel, kan het niet anders omschrijven dan dat, zo van; “het is goed” gevoel, een weg die je herkent misschien? Ligt er dan toch iets opgeslagen in ons onderbewustzijn? Ik persoonlijk denk van wel, ik weet het eigenlijk wel! Als dan op een moment, dat is het zoals ik het omschrijf, er is geen iets zoals “tijd”, maar als je dan ziet dat er engelen komen, dan komt de diepe ervaring, de intense beleving en herkenning van een groot “ja”, ze zijn er, het is echt, ze bestaan! Wauw!
Ze kwamen naar mij toe en pakten mij zonder mij vast te pakken. Het geheel was een ervaring die ik alleen maar kan omschrijving als ik toen ik een kleine jochie was, was gevallen en huilend naar mijn moeder liep. Mams pakt je vast en troost je, laat duidelijk zijn, ik was die kleine jongen, en ik voelde dat gevoel. Als een warme absolute liefdevolle moederschoot. Ben mijzelf er niet bewust van of ik ze heb aangekeken of niet, heb alleen maar “gezien” en gevoeld dat het absoluut is. De engelen brachten mij naar het “licht”. Het vreemde was dat het eigenlijk vanzelf ging, de engelen waren een soort van gidsen, dat ik niet een verkeerde kant op ging of zou gaan. Dat licht straalde en misschien wel belangrijker voelde als iets van “moeten”, daar moet ik naartoe, daar is het goed, dat is het punt. In de tijd dat het duurde om daar te komen voelde ik meer en meer vertrouwen en liefde op mij af komen. De behoefte om daar naar toe te gaan werd groter en groter. En achteraf gezien denk je de absolute liefde te hebben ervaren, nou nee. Als je daar gekomen bent en wordt “neergezet” in het licht, gebeurd er iets opmerkelijks, iets groots, heel groots! Als ik het omschrijf als thuiskomen na een vermoeiende reis, doe ik veel te kort aan deze diepe ervaring. De herkenning, het vertrouwen, de liefde is echt absoluut. Het voelt, ervaart, zo diep intens, dat het misschien wel goddelijk is! Alsof je thuiskomt, zo van, ja, ik ben er weer. En dat is ook zo voor mij, het is echt het naar huis gaan. Aarde is een school, sterven is naar huis gaan. Ik beloof u, dat kan behoorlijke conflicten geven als je terug bent hier op school… Dan komt het onmogelijke…(voor velen) je ziet/ontmoet je kind, je zoon welke vier jaar eerder is overleden. Sommige mensen denken dan dat je dat als een schok ervaart, nope, dat gebeurde niet, en herken ik niet zo, Het is niet zo, het is wauw!! In mijn ervaring was het een “grote vent”. En zonder woorden of geluiden pakte hij mijn hand zonder deze aan te raken, en ook hier liet ik me als vanzelf gaan. Je kan niets anders, je moet en geeft je over, er is geen keus, en komt geen keus! Het licht bepaalt, het licht! En terwijl we daar zo liepen en het licht veranderde, vertelde hij mij dat ik terug moet omdat ik nog niet klaar ben, mijn taak is nog niet volbracht. Er is geen conversatie of gesprek, je spreek niet echt terug, maar ervaart iets met woorden zonder woorden. Een soort telepathisch iets misschien? Ik moest er nog zijn voor zijn zusjes en zijn broertje, en dat er mensen zijn die wachten op mij… Ik mocht me geen zorgen maken over hem, maar toch, één keer per jaar doe ik dat wel, gaat het even niet goed met mij, dan is dat verlangen er weer…
Maar, ik moest weer terug. Terug naar school in een vorm, in een fysiek leven. Opeens waren daar de gevoelens van weerstand bij mij, wellicht was dat het moment waarop ik al bezig was terug te gaan. Immers had ik al die tijd in het licht niets gevoeld, behalve het licht, de liefde zelf. Ik kon het niet stoppen, tegenhouden, of wat dan ook. Ook dit gaat geheel vanzelf. Het terugkomen in je fysieke vorm, in je lichaam, is geen pretje, doet pijn, echte diepe helse pijnen! Ik kan het niet bevestigen, maar het voelt als opnieuw geboren worden, alsof je vanuit de schoot van je liefdevolle moeder op de aarde wordt gezet. Ik heb geluk, ben twee keer geboren! Als je dan terug bent in je tijdelijke woning (je lichaam) en je onderbewustzijn plaats maakt voor bewustzijn wil je maar één ding of eigenlijk twee. Je wilt vertellen wat er is, en weer terug gaan, terug gaan naar de ultieme absolute liefde. Terug gaan is geen optie, iets in mij zegt dat ik zelf niet kan/mag beslissen om terug te gaan. Dat is gevoel wat er nu bij mij is, je “moet” de school afmaken, and so I will! Dat ik daar rationeel anders over denk, is best een conflictsituatie. Dan blijft over de “liefde”. Want, wat is dat dan? Wat is dan die absolute liefde dan?
Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden, laat me een poging doen… Natuurlijk heb ik mijzelf tot op het “bot” verdiept in het ongrijpbare fenomeen “liefde”. Liefde is niet iets wat tastbaar is, wat je kan kopen, of wat ergens op de zolder ligt. Nope, dat is het niet. De wetenschap doet zijn uiterste best om het te verklaren wat het is, ik beloof u; waar ze ook mee komen, het klopt niet. Misschien hebben we te lang geprobeerd om dit met theorieën op te lossen. Liefde is niet iets dat we uitgevonden hebben. Het is waarneembaar, krachtig. Het moet iets betekenen, het geeft inhoud aan het leven en zonder zijn we niets. Is liefde dan een maatschappelijk nut, een sociale binding, of kinderen opvoeden? Maar we houden van mensen die dood zijn, wat is daar het maatschappelijk nut van? Misschien betekent liefde iets meer. Iets wat we nu (nog) niet echt kunnen bevatten. Misschien is het een soort bewijs, een kracht van een hogere dimensie die we nog niet echt bewust kunnen waarnemen, niet (goed) kunnen begrijpen. Je verdwijnt in het niets, en wordt aangetrokken tot iemand die dood is, niet op aarde leeft. Liefde is het enige dat we waar kunnen nemen dat de dimensies overstijgt. Misschien moeten we daar in gaan geloven, zelfs als je het niet kan bevatten.
Liefde wordt vaak –zo niet altijd- verward met seks. Seks in de platte vorm heeft niets met liefde te maken. De maatschappij wordt helemaal geseksualiseerd, misschien dat het daarom nu allemaal zo liefdeloos is. Is het niet zo dat u uw naakte lichaam alleen maar zou moeten delen met iemand waarmee u ook uw naakte ziel deelt? Dan is er misschien sprake van liefde. Hoe zou u over schoonheid en liefde gaan denken als u door de ogen van iemand in de ziel kon kijken? Voor mijzelf heeft het geleid tot een weg van conflicten, en vrijwel altijd met mijzelf. Het “weten” dat het anders moet, kan en bestaat, maakt het leven niet eenvoudiger. Dit komt omdat je/we hier op school nog niet zo ver zijn. We houden ons bezig met de knikkers op het schoolplein, met ik heb iets mooiers dan jij, met jaloezie. We irriteren ons aan elkaar, gunnen elkaar niets. We draaien ons hoofd weg voor dingen die we eigenlijk liever niet willen zien. Begrijp me goed, ook ik doe/deed dat. Ook ik ben bang voor de confrontatie, voor de veroordeling van wie dan ook. Maar, zo blijkt nu, dit kan ik niet volhouden. Dit is niet vol te houden! Voor mij heeft dit geleid tot meer grote gezondheid problemen, het/mijn lichaam reageert hier op, maar ik wilde niet luisteren. De liefde heeft mij laten zien wat het is en wat het kan, het is absoluut en zit in een ieder van ons, in u, ook in mij, zelfs in mij!
Nu heb ik 15 jaar aangemodderd in het leven en geschreeuwd om mij heen over van alles en nog wat. Ik weet toch wel dat het straks allemaal goed komt… Niet eerlijk, en liefdeloos!! Het voelt/is zo niet goed! Een paar jaar geleden kreeg ik een droom, en in die droom leefde ik mijn leven. Het was mooi en goed, echter stond er in mijn leven een hele grote glazen koepel over mij heen. Ik begreep dat ik wel leefde, maar niet echt aanwezig was, niet hier, niet vanuit de liefde, vanuit het diepere “zijn”. Ik was bijna weer die commerciële hufter geworden die het allemaal beter wist. Ik kon zo niet verder langer leven, hier moest een einde aankomen. Niet aan het leven zelf, maar aan de manier waarop. Er gebeurde van alles in mijn leven, en eigenlijk zo, dat de keuzes voor mij werden gemaakt. Signalen, gebeurtenissen, toevalligheden, en veel pijnlijkheden. Al die zaken komen voort uit de liefde, want die absolute liefde wil niets anders dan goed doen, voor de wereld, voor u en voor mij. Misschien is de afwezigheid van de echte absolute liefde in ons wel de grootste taak waar we voor staan… de liefde vanuit uw hart, vanuit uw ziel spreekt tegen u. Ik begin te luisteren naar die van mij, en u…? Is het makkelijk? Nee! Is het waard om het te doen? Absoluut!! ------ “Wanneer we tot het inzicht komen dat waar we naar verlangen niet kan worden gevonden in een relatie, bezigheid, gemoedstoestand, genotsmiddel of bezitting, verliest ons verlangen zijn oriëntatie, valt terug in zijn oorsprong en wordt onthuld als de liefde waar we naar zochten” ------
Eerder had ik besloten om een afslag te maken en u mee te nemen naar het licht. Hoewel ik er geen medisch rapport van wil maken, zijn er verder in de fysieke vorm nog vele problemen geweest. Zoals op mijn 42ste de tweede hartaanval en op mijn 48ste de derde. Omdat bij mijn eerste hartaanval diabetes was ontdekt, heb ik inmiddels vele operaties achter de rug m.b.t. aderproblemen en is een klein gedeelte van mijn hiel geamputeerd. Tot nu toe heb ik de 26 operaties ondergaan, en wat ben ik trots op mijn lichaam! Wat een fantastisch lijf heb ik mogen krijgen! Inmiddels sta ik weer, en loop weer. Letterlijk! Heb de afgelopen 5 jaar meer moeten liggen en zitten dan kunnen bewegen. En toch lieve mensen, is mijn pad goed zoals het tot nu toe is geweest. Ben zo trots dat ik weer kan lopen, vrijwel niemand kan zien wat en of ik iets mankeer, en dan wat en nog. Sta en loop weer rechtop, en alleen dat al geeft een enorme boost!
Met al deze ervaringen en natuurlijk de BDE hebben mij wel als mens veranderd. Heel erg veranderd. En hoewel de weg er naar toe niet altijd vlak en recht is geweest, zou ik dit nooit willen hebben missen. Het heeft mij flink wat gekost, zowel letterlijk als figuurlijk, maar ben nog nooit zo rijk geweest! Enorme rijkdom in het geestelijk en/of spirituele, maar ook in de fysieke vorm. Mijn lichaam heeft heel veel moeten doorstaan, en elke keer lukt het weer om te mogen opstaan en verder te gaan. Wat een lichaam, wat een rijkdom, dank je wel lief lichaam! Als je de ervaring hebt mogen beleven wat het “bijna dood zijn” is, is het lastig om weer als “normaal” te functioneren op deze fraaie planeet. Immers, de wereld is niet meer hetzelfde als voorheen.
Natuurlijk is alles wat zichtbaar is hetzelfde gebleven, maar twee innerlijke zaken zijn veranderd. Voor mij is dat het “zien” van andere mensen en “voelen” van andere mensen. Daarbij is er iets gebeurd met het “vertrouwen”. Ben niet in staat om het te kunnen beoordelen wat dit precies is, is het een gave, of is het een last? Nee hoor, wees niet ongerust. Ik ben geen helderziende, kan niets voorspellen en ben geen arts of zo, dat is het allemaal niet. Ikzelf vat het altijd maar samen onder het kopje “weten”. Wat zo ervaar ik het zelf. Het grote “weten’, en daar komen onherroepelijk conflicten uit voort, al was het alleen maar met mijzelf, maar helaas ook met vele anderen.
Heb nu geleerd dat het beter is om het “weten” niet altijd meer uit te dragen, ook om een stukje zelfbescherming. Het “zien” is iets waar ik nog steeds moeite mee hebt. Als ik iemand zie, dan zie ik meer dan alleen maar een persoon staan. Ik zie aan de ogen van de persoon of deze zuiver en oprecht is, of er verdriet en pijnen zijn, of er ongeluk of geluk is. Nu spreek ik er eigenlijk niet meer over tegen of met die persoon, dat deed ik eerst wel. Daar ging ik regelmatig de fout mee in, niet omdat mijn verhaal van het “zien” niet klopte, maar omdat mijn achtergrond van wie ik was dit nooit kon zijn. Ik was immers die commerciële “hufter” en nu opeens zag ik dingen. Dat kan niet, wordt niet geaccepteerd! Hij is van het padje af! Dit geldt ook voor het “voelen”. Eigenlijk is het sterk verweven met het zien, maar soms voel ik dingen zonder de persoon te zien. Bijvoorbeeld in de wachtrij bij de kassa. Soms staan er mensen achter je, en dan voel je dat er iets niet goed zit, of juist wel. Ik denk dat velen dat wel herkennen, echter is het anders als je ook via het voelen de pijnen, verdriet, vreugde etc. kan voelen binnenkomen, dit zonder de persoon daadwerkelijk te zien. Al dit soort zichtbare en voelbare dingen (zo noem ik het maar even) geven conflicten met jezelf.
Er komt een moment dat je werkelijk gaat twijfelen aan je eigen geestelijke gezondheid. Echter ligt er ultra diep vertrouwen in, dat in je hart is gegoten door het “licht”. Het “weten” dat het zo is als je het aanziet en voelt. Het vertrouwen van weten en kunnen is zo supersterk dat ik geen woorden kan bedenken om het te omschrijven. Toen ik in het ziekenhuis kwam voor mijn diabetische voet, kreeg ik een aanvaring met de chirurg. Na de achtste operatie kwam het gesprek op amputeren van het onderbeen. Ik had twee bacteriën in mijn lichaam, één vond mijn vlees lekker en de andere hield wel van bot. Er was een reëel gevaar dat deze zouden doorslaan naar de rest van mijn lichaam en uiteindelijk mijn hart zouden bereiken. Om dit te voorkomen zou het onderbeen eraf moeten. Hij gaf aan dat ik bij de volgende operatie wakker kon worden zonder onderbeen. Hoewel de arts een goed verhaal had dat ik prima begreep, vertelde ik hem hier geen toestemming voor te geven.
Op de vraag waarom niet gaf ik hem het antwoord, dat ik niet wil omdat ik ga genezen. Hij begreep er niets van. We spraken af om het samen te bespreken en niet op de zaal. Zo gezegd, zo gedaan. Op zijn kantoortje vroeg hij nogmaals het waarom niet. Ik vertelde hem dat mijn mindset niet goed was, omdat ik voor de zoveelste keer in het ziekenhuis lag en mijzelf verslagen voelde door de opeenstapelingen van het ongeluk dat mij leek te achtervolgen. Ik was mijzelf er erg bewust van dat mijn mindset negatief was. Hij vond het bijzonder dat ik zo dacht en vroeg hoe ik de genezing dan wilde bereiken. Ik vertelde hem dat ik alle vertrouwen had in zijn kennis en kunde, en vroeg hem dat ook in mij te herkennen. Hij gaf aan dat wel te willen, maar stelde ook de vraag hoe het praktisch zou gaan veranderen. Ik vroeg hem mij twee dagen met rust te laten, ik wilde even geen artsen zien, alleen verplegend personeel en niet meer dan nodig. Dit was niet de gewoonte en het beleid van het ziekenhuis vertelde hij, echter vond hij het zo bijzonder dat hij daarmee uiteindelijk instemde. Tegelijkertijd gaf hij aan geen garanties te willen en kunnen geven. Ik snapte dat, en gaf aan daar geen problemen mee te hebben omdat ik wist dat het nu goed zou komen.
Het vreemde is dat ik het toen al echt wist dat het goed zou komen, en het kwam ook goed. Ben terug gegaan naar mijn hart, door middel van absolute rust en stilte te creëren in mijn hoofd, mijzelf af te sluiten voor alles en iedereen. Het lijkt misschien wel een klein beetje op dagdromen. Ik wilde geen geluiden, niks zien en al helemaal geen gedachten. Ik heb het grote licht terug laten komen in mijn hart, en ik weet niet zo goed hoe dat te omschrijven, maar, ik heb mijzelf open gezet voor de totale ontvangst van het licht. Na twee dagen van –heel vreemd- nauwelijks slapen kwam de arts weer bij me, en bekeek mijn voet. Het zag er niet uit! Hij vertelde mij dat er echt weer geopereerd moest worden om alles te verwijderen en schoon te maken. Hij pakte een stoel en ging naast mijn bed zitten, keek me aan en vroeg; “Het gaat goedkomen?” Mijn antwoord was; “Ja, doe wat je moet doen, maar het komt goed.” En zo gebeurde het dat uiteindelijk na de elfde operatie hij weer bij mijn bed kwam staan. Hij keek mij aan en zei; “Ik weet en begrijp niet wat er is gebeurd, maar u gaat de wedstrijd winnen.” Waarop ik zei; “Nee, niet ik ga deze wedstrijd winnen, maar wíj gaan dit winnen.” En zo raar als het ging, boog hij voorover en als twee oude vrienden pakten we elkaar even stevig beet.
En nu, een paar jaar later, loop ik weer als een kievit in de rondte en dagelijks denk ik aan deze arts, een bijzonder mooi mens! Dit was voor mij persoonlijk ook een nieuwe ervaring en heeft te maken met hetgeen ik steeds benoem, en dat is het vertrouwen. Het zelfde vertrouwen dat je –in mijn geval- veel kan kosten, maar wanneer goed, je ook veel kan opleveren. Graag wil ik de volgende keer dieper ingaan op het tomeloze vertrouwen in het “weten” maar ook de valkuilen die je zelf creëert door dat vertrouwen…het gevaar van achterover gaan zitten.
Luister naar de wind, het praat.
Luister naar de stilte, het spreekt.
Luister naar je hart, het weet…